SÄHKÖPAIMEN - HÄMÄRÄ

Artiest info
Website
facebook
label: Nordic Notes

Ik denk dat het nodig is dat ik dit Finse gezelschap eventjes probeer te duiden, want zelfs voor mensen, die de Noordse folk redelijk opvolgen, klinkt de naam van Sänköpaime -de naam betekent “schrikdraad”- niet meteen heel bekend in de oren. Het trio bestaat enerzijds uit toetsenman Eero Grundström, wiens naam ook opduikt bij Sväng -de man weet ook hoe hij met een mondharmonica moet omgaan- en bij accordeoniste Maria Kalaniemi, met wie hij enkele jaren geleden al twee erg mooie platen, “Svalan” en “Mielo” opnam. Anderzijds zijn er journaliste, zangeres en percussioniste Amanda Kauranne en Kirsi Ojala, gespecialiseerd in allerlei blaasinstrumenten en lid van een pak Finse gezelschappen, waarvan Eppel & Peppel wellicht de meest bekende naam is.

Samen is dit trio aan zijn tweede plaat toe, als ik dat goed heb, tenminste en de titel daarvan “Hämärä” betekent zoveel als “schemering”, iets waar volkeren als de Finnen zeer vertrouwd mee zijn. Hier staat het begrip niet alleen voor de overgang van licht naar donker of omgekeerd, maar ook voor de overgang van oud naar nieuw en omgekeerd. Concreet wil dat zeggen dat de band zijn inspiratie haalt uit traditionele volksmuziek maar die heruitbouwt met hedendaagse instrumenten en bijzondere ritmes, al dan niet van elektronische komaf en met ritmes die al eens van de geijkte paden durven af te wijken en waarbij improvisatie en hedendaagse soundscapes niet geschuwd worden.

Dat resulteert in een op zijn minst intrigerende sound, met tien nummers, die je in iets minder dan een uur tijd, laten kennismaken met de voorstellingsvormen die de term “schemering” voor de bandleden oproept. De schemering is die tijd van de dag, waarop in Finse gezinnen tijd gemaakt wordt om verhalen te vertellen, liederen te zingen en daarin dus de kans zien om het verleden te laten verder leven. Dat daarbij de meest vreemdsoortige figuren, klanken en instrumenten opduiken hoeft dan ook niet te verbazen en als je de plaat een aantal keren beluisterd hebt, kan je langzaam aan binnen treden in de schemerige wereld, die hier niet alleen geïllustreerd wordt door verhalen van Finno-Oegrische origine, maar ook dingen met wortels in de Russische buurtrepublieken Oedmoertië en Mordovië en zelfs de Italiaanse Alpen. Dat laatste kun je horen in de inbreng van Li Magnoutoun, een koor uit het Piemontese dorpje Cantoira, waar nog Francp-Provençaals gesproken wordt, een minderheidstaaltje in Italië, dat nog maar heel zelden beoefend wordt, maar wel perfect aansluiting vindt bij de muziek van Sähköpaimen, zoals je kunt horen in “Jyrinpäivä”, “Mataleena på Källebro” of “Yötulet”.

Of het nu gaat om het verhaal van Maria-Magdalena en Jesu of om de kreten die door veehoeders gebruikt worden om de kudde bijeen te houden, het werkt. Ook “Koivumetsä”, waarin Hilja Grönfors een oud Karelisch lied over geliefden die elkaar in de berkenbossen ontmoeten, tot nieuw leven brengt, is ronduit indrukwekkend, met zijn drone-achtige percussie en de contrasterende fluitmelodie. Dat geldt trouwens ook voor “Tuli tuli painajainen”, een rijmpje dat vele tientallen jaren geleden al gemaakt werd om huilende kinderen te sussen.

U begrijp: dit is muziek voor luisteraars die hun fantasie de vrije loop kunnen gunnen en die niet te beroerd zijn om te proberen zich voor te stellen hoe eeuwenoude herdersliederen hadden kunnen klinken, als de makers van toen beschikking hadden gehad over instrumenten van vandaag. Dat levert een straffe muzikale reis op, die weliswaar enige moeite veronderstelt, maar die wel een onbetwistbaar fraai resultaat oplevert. Te ontdekken !

(Dani Heyvaert)